vrijdag 26 april 2019

Adem

Haar hakken weergalmen door de nacht. Haar benen werpen slanke schaduwen over de natte kasseien. Onder het toeziend oog van de straatlantaarn houdt ze halt. Ze wacht.

Even verder komt hij de trap af, de treden kraken. Hij recht zijn kraag, zijn standaard regenjas en strijkt ingebeelde plooien glad. Nog vijf minuten. Net op tijd wellicht. Netjes.

Haar benen zien er goed uit, vindt ze zelf. Ze zijn zacht, stevig zacht. Ze denkt aan zijn handen en bijt op haar lip. Ze voelt zijn vingers, de rand van zijn nagels. Hij heeft mooie nagels.

Hij sluit kordaat de deur, draait zijn sleutelbos rond de vingers en schuift ze in zijn zak. 

Vier minuten, in zijn onderbuik stijgt de spanning.

Ze kijkt om zich heen, betrapt door niemand. Ze hoort zijn stap naderen, een stevige tred. Ze denkt aan haar luie zetel, haar diepe kussens, een wijde broek, zijn grijze slobbertrui, een hand op haar warme buik. Zou ze niet beter terug gaan? Binnen is het stil. Achter de blinden is er jazz.

Hij ziet haar staan. Daar onder de straatlantaarn. Rode hakken, uiteraard. Haar benen leiden hem naar haar lippen en haar onschuldig groene ogen. Boven hen de maan.

Ze ziet hem, kijkt door hem heen met brandend verlangen, ze voelt zijn handen - nu al. Voelt ze hoe zijn handen, hij... hoe hij... 

Nog drie minuten. Hij versnelt zijn stap.

Achter een hoek en gesloten deuren glijdt een tong in een mond, versmelten lippen en speeksel, sterft de laatste noot van een verloren saxofoon op een vochtig plafond. Onder de brug spuugt een zigeuner op de grond. Vingers vinden elkaar, verstrengelen. Misschien Coltrane. Misschien.

Ze zucht. Hij loopt.
Twee minuten.

Hij draait zijn hoofd om, voelt hoe haar blik hem in twee snijdt. Het topje van zijn lid streelt zijn sleutelbos. De prikkel is niet onaangenaam.

Hij kucht. Zij hoopt.
Nog twee minuten.
Staat de tijd stil?
Of enkel in gedachten?

Keert hij zich om, komt zij naar hem, reikt hij zijn hand, neemt zij hem aan, vinden vingers elkaar, lippen, samen, op adem, een zoen, trillend, slikken, een hand, van iemand, ergens, daar, warm, hongerig, zoekend, meer.

Een minuut. 
Zij, de maan, een afspraak en in de verte de trein. Hij komt.